Een bevalling via een keizersnede zorgt voor een wond in uw onderbuik. U zult een aantal dagen in het ziekenhuis blijven. De verpleegkundige checkt uw wond op nabloeden. Bij thuiskomst houden de kraamverzorgende en de verloskundige het herstel van uw wond in de gaten.

Wondherstel na een keizersnede

Na de operatie wordt uw wond gehecht en verbonden. In de meeste gevallen worden de hechtingen onder de huid gelegd en lossen ze vanzelf op. In sommige gevallen verwijdert de verloskundige thuis de hechtingen. Na ongeveer zes weken is de buikwond genezen. Het litteken zal na een halfjaar langzaam wegtrekken.

Vermoeidheid en bloedverlies na een keizersnede

Veel mensen denken dat een zwangere vrouw na een keizersnede minder moe is dan na een natuurlijke bevalling. Maar niets is minder waar. Ook na een keizersnede zult u zeker drie tot vier weken vermoeid zijn. En net als bij een natuurlijke bevalling kunt u ook last krijgen van bloedverlies. Bovendien moet uw buikwond genezen, waardoor u vooral de eerste weken na de bevalling uw buikspieren moet ontzien.

Buikspieren ontzien na een keizersnede

In de eerste twee weken na de keizersnede vraagt de zorg voor uw kind al uw energie. Daarna kunt u de bezigheden in het huishouden langzaam oppakken en uitbreiden. Vermijd huishoudelijk werk als stofzuigen en zwaar tillen gedurende zes weken. Het is verstandig om in deze periode na de keizersnede hulp te vragen voor het huishoudelijk werk.

Uw wond en buikspieren moeten de kans krijgen om te herstellen. Luister goed naar uw lichaam; u voelt zelf vaak wat wel en niet kan. Zes weken na de operatie zijn de verschillende wondlagen geheeld en kunt u beginnen met buikspieroefeningen.