De eerste vaccinaties voor uw kindje
Om uw baby te beschermen tegen ziekten en infecties krijgt de pasgeboren baby via uw moedermelk een groot aantal antistoffen mee. Dit zijn stoffen die u als moeder zelf hebt aangemaakt tijdens uw leven. Na twee tot drie maanden draagt u deze antistoffen echter niet langer over via de moedermelk. Vandaar dat uw kindje ook een aantal vaccinaties krijgt.
De eerste vaccinatie in week 6-9
Tussen de zesde en de negende week na de geboorte krijgt uw kindje de eerste vaccinaties tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio. Dit is de zogenoemde DKTP vaccinatie. Heeft u in de zwangerschap de 22 weken prik gehad dan ziet het vaccinatieschema voor uw kindje er anders uit. Ook krijgt uw baby een inenting tegen Influenza type B, Hepatitis B en pneumokokken. In de derde maand volgt het tweede vaccinatiemoment.
Bezwaren tegen of uitstel van de vaccinatie
Tijdens uw eerste bezoek aan het consultatiebureau kunt u aangeven of u bezwaar hebt tegen deze vaccinaties. Daarnaast kan de arts de vaccinatie uitstellen. Dat kan bijvoorbeeld nodig zijn wanneer uw kindje ziek is of bepaalde medicijnen gebruikt.
Bijhouden van de gegevens
Om precies te weten welke kinderen wel en niet zijn gevaccineerd, houdt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, het RIVM, een landelijke databank bij met daarin alle vaccinaties. Daar komen dus ook de gegevens van uw baby in te staan.
Benieuwd naar het Rijksvaccinatieprogramma?
Het RIVM heeft een programma opgesteld, waarin exact staat wanneer uw kind welke vaccinaties krijgt. Benieuwd naar dit schema? Kijk op de website van het RIVM.