Stuitligging en dwarsligging
Het komt voor dat de baby in uw buik ongunstig ligt voor de bevalling. Wanneer uw kindje met de billen naar beneden in uw buik ligt, noemen we dit een stuitligging. Wanneer uw baby dwars in de buik ligt, heet dit dwarsligging.
Stuitligging
In de uitgerekende periode ligt 3-4 % van alle kinderen in een stuitligging. Dat wil zeggen dat de billen of de voeten beneden liggen en het hoofd naar boven.
Baby’s die in een stuit liggen hebben een grotere kans op problemen tijdens de bevalling. Om dit te voorkomen kan rond de 36 weken geprobeerd worden het kind te draaien. Dat heet een uitwendige versie. Dit is een veilige procedure, de kans dat er problemen ontstaan voor de moeder of het kind is erg klein en de kans van slagen ligt rond de 55%
Blijft het kind in stuitligging liggen, dan is er een medische indicatie voor de bevalling. U zult worden verwezen naar de gynaecoloog om de verschillende opties voor de bevalling te bespreken waarna u een keuze kunt maken voor een vagina stuitbevalling of een geplande keizersnede
Bevallen bij een dwarsligging
Bij een dwarsligging kan de baby niet op de normale manier geboren worden en is een keizersnede altijd noodzakelijk. Vooraf wordt de keizersnede ingepland. Dit gebeurt in de meeste gevallen in de week voor de uitgerekende datum.
Meer informatie over een stuitligging
Bekijk hier de informatiefolder over een stuitligging van de KNOV, de beroepsorganisatie van en voor verloskundigen of lees meer informatie over de stuitligging op de website van de KNOV of op de website van de NVOG, de beroepsorganisatie van en voor de gynaecologen.